Kaj de Visser: als uit de dood herrezen
SCHIJNDEL – Enkele jaren geleden leek de voetbalcarrière van Kaj de Visser ten einde. Hij besloot noodgedwongen assistent-trainer te worden bij het tweede elftal. Tot de nood in het eerste elftal hoog bleek en zijn klachten een stuk minder waren. De 29-jarige Bosschenaar besloot het nog één keer te proberen en scoorde in de afgelopen weken al 6 keer.
De Visser scheurde – halverwege zijn tweejarig uitstapje bij Avanti’31 – zijn kruisbanden af, kreeg van doktoren te horen nooit meer te kunnen voetballen, maar kon het toch niet laten. Hij probeerde het, na twee jaar niks gedaan te hebben, langzaam weer. Via Schijndel 4 (als keeper!), en het 6e sloot hij weer aan bij het tweede elftal. Onder Frank Brands voetbalde De Visser daarna ook weer regelmatig in het eerste, maar hij moest nog voor de winterstop afhaken wegens last van zijn rug. “Dat zit in de familie en heeft ook veel te maken met het werk dat ik destijds deed”, vertelt hij.
Een jaar later, toen Hans Lathouwers startte in Schijndel, wilde de aanvaller het toch nog een keer proberen. “Dat ging goed, tot aan mijn laatste wedstrijd, thuis tegen BVV op 25 september van het vorige seizoen”, weet hij nog goed. “Daarna maakte ik, in overleg met de trainer en doktoren, de keuze om te stoppen. Als ik zo langer doorging, werd alles in mijn rug vastgezet en daar ben ik nog te jong voor.”
Ooit nog gedacht
Zoals gezegd berustte De Visser in het feit dat het op 27-jarige leeftijd niet meer ging en werd hij assistent bij Schijndel 2. Daar traint hij mee en maakt hij zo nu en dan nog eens wat minuten. Tot veler verbazing staat zijn naam de laatste weken echter weer regelmatig bij de doelpuntenmakers van Schijndel 1. “Ja, wie had dat ooit nog gedacht”, lacht hij erom. “Ik heb zowel donderdag als zondag, tegen Taxandria en BMC, twee keer gescoord. En een paar weken terug tegen ODC maakte ik er ook al twee, het gaat lekker.”
Op papier is De Visser nog gewoon assistent van het tweede, maar in de praktijk is hij de ‘nieuwe’ aanvalsleider van de Schijndelse hoofdmacht. “Waarom ik erbij ben gehaald? Vanwege mijn ervaring, zeggen ze. Maar het is, nog voor de winterstop, allemaal met een dolletje begonnen. De leider van het tweede en ik zaten Henry (van Alebeek, red.) op te naaien dat hij mij erin moest brengen bij het eerste. Totdat het serieus ging worden. Ik zit inmiddels al anderhalf jaar op kantoor en daar is de belasting heel stuk minder. Ik zei daarom: ik wil het best proberen, maar moet eerst fit worden. Toen ben ik drie weken aan de slag gegaan met de hersteltrainer van de selectie en er weer ingerold. De eerste wedstrijden begon ik op de bank, want Henry wilde mij rustig brengen, maar tegen Vlijmense Boys stond ik in de basis en daar ben ik niet meer uit verdwenen.”
Niet vanzelf
Het vertrouwen wordt door de oudste van het stel vooralsnog niet beschaamd. “Scoren verleer je nooit, toch?”, is zijn luchtige reactie. “Natuurlijk is het mooi als je vaak het net vindt, maar wat er vooraf gaat, daar werken wij als een heel team keihard aan. Het gaat echt niet vanzelf”, prijst hij zijn teamgenoten. Van de laatste 6 wedstrijden won Schijndel, dat strijdt tegen de vierde degradatie op rij, er 4 en De Visser maakte er daarin dus 6. “Maar het lek is helaas nog steeds niet boven. We moeten nog aan de bak”, besluit hij.