Boeddha staat voor memorabel seizoen

BOXTEL – Vijftig jaar is hij al lid en komend seizoen wordt zijn 25e als begeleider van ODC 1. Veel selectiespelers van de Boxtelse derdeklasser waren nog niet eens geboren toen Henri ‘Boeddha’ van Esch aan zijn levenskarwei begon. Achter de schermen zorgt hij ervoor dat alles tot in de puntjes is geregeld. En ervoor zorgt hij voor de nodige gezelligheid, houdt hij de clubcultuur van ODC hoog en is hij voor veel spelers een drinkbroeder én luisterend oor tegelijk.

Henri van Esch, zo heet ie dus officieel. Maar niemand kent hem onder die naam. Iedereen zegt liefkozend ‘Boeddha‘ tegen het manusje van alles van ODC. “Die naam is vroeger ontstaan in een lager elftal”, zo legt de Boxtelse trucker uit. Op 19 november 1961 kwam hij ter wereld. Een snelle rekensom leert dat Henri hard op weg is om de helft van zijn leven aan het eerste elftal van ODC verbonden te zijn.

Vijfentwintig jaar. Het is een hele poos. Hij zou het maar wat mooi vinden als zijn jubileumseizoen extra speciaal gaat worden. “Ik hoop het wel”, knikt Van Esch instemmend. “Op 8 september 2021 zitten de 25 seizoenen erop. Ik heb mijn debuut op de bank gemaakt tegen WEC voor de competitie. Dat was onder trainer Ben van Griensven. Vervolgens zijn Eus Marijnisse, Koos Meesters, Maart van Lith, Ben Hoek, Frank Brands, weer Eus, Aschwin van Kessel, Jeroen van Bezouwen, Frank van den Berg, Goeran van den Heuvel en nu Carlo Vorstenbosch gepasseerd.”

Het is een hele lijst die Van Esch ons voorschotelt. Aan welke trainer hij de beste herinneringen bewaart? Dat vindt hij moeilijk. “Jeroen van Bezouwen heeft echt iets losgemaakt. Maar de eerste keer, met Eus Marijnisse, was ook speciaal. Dat leverde meteen een kampioenschap op. Verder zijn Ben Hoek en Aschwin van Kessel echte dorpstrainers en ik vind Frank Brands ook echt een goede coach. Met Carlo hebben we nu weer een goede trainer in huis, denk ik. Maar elke oefenmeester heeft zo zijn specialiteiten.”

Achter de komma
Een van de specialiteiten van Van Esch is dat hij gedurende de jaren alle mogelijke cijfertjes tot achter de komma heeft bijgehouden. Niet alleen degenen die speelden, maar ook de doelpuntenmakers en kaartenpakkers van alle competitie-, beker- en vriendschappelijke wedstrijden heeft ie genoteerd. “En vergeet het Henk Wagenaars-toernooi, de beloftencompetities met ODC, Sparta’25, BVV en RKDVC, de Omroep Brabant Cup en de Meierij Cup niet”, vertelt hij enthousiast. “Een totaal van 977 wedstrijden.”

Hoogtepunten waren er te over. Maar het meest in het oog springend is nog altijd iets wat Van Esch zich liever niet zou herinneren. Terugdenkend aan alle seizoenen die passeerden, gaan zijn gedachten al snel naar dinsdagavond 4 februari 2003. “We speelden toen een vriendschappelijk potje op het zijterrein bij ODC tegen Sint Michielsgestel. Binnen dertig minuten was het 0-2, maar in de 38e minuut zakte Johnny van Mierlo ineens in elkaar. Hij overleed op nog maar 22-jarige leeftijd. Dat was en is nog altijd een zwarte dag in het bestaan van ODC. Regelmatig nog gaan mijn gedachten naar hem. Hij was een begenadigd voetballer en een fijne jongen om leider van te zijn.”

Geef een reactie