Hoge kosten houden Biggelaar niet tegen

DEN BOSCH – Vrijdagavond speelde DZV/De Biggelaar de eerste (thuis)wedstrijd voor de competitie. De Bossche zaalvoetballers gaan proberen de klassering in hun eerste jaar in de Topklasse te herhalen. Toen eindigde de ploeg verrassend als tweede. Een jaar later is een plaats in de subtop opnieuw het doel. “Als wij bij de eerste vijf eindigen, zijn we tevreden.”

De Biggelaar startte het seizoen met een bekerzege op het Eindhovense VDL (9-3) en pakte vrijdag de eerste drie punten tegen Troy/iDeal Car Rent: 8-3. “We zijn goed begonnen met twee ruime overwinningen”, geeft Mischa Stuiver toe. “Ik heb zelf ook alweer twee keer mee moeten doen. Maar vanaf vrijdag zijn we weer zo’n beetje compleet. Jordy van Dinteren en Wesley Hamminga waren nog geschorst, er was er eentje met vakantie en Wesley Meeuwsen – die vorig jaar overigens ook maar drie keer heeft meegedaan – heeft even een stap terug gedaan. Maar dat snap ik wel.”

Niemand afgevallen
Op de spelerslijst zijn tijdens de zomerstop drie nieuwe namen geplaatst. Kevin de Jong van OSC’45, Tom Pijnenburg (die overstapte van BVV naar Schijndel) en Martien de Bekker (RKJVV) zijn vanaf nu inzetbaar. “Er is niemand afgevallen”, zegt Stuiver. “Alleen doe ik een stapje terug. Maar ik zal nog wel genoeg meedoen. Dat zie je wel aan de afgelopen twee wedstrijden. Met blessures en schorsingen heb je er voldoende nodig.”

Hoge kosten
Verder gaat alles op de oude voet door bij De Biggelaar: “Ja, we gaan weer lekker ouderwetse vrijdagavonden voetballen. En wie weet waar het weer toe leidt. De thuiswedstrijden zijn nog steeds in het Sportiom, om 21.00 uur. En we zijn nog de enige Bossche zaalvoetbalvereniging die in KNVB-verband voetbalt! De kosten zijn ook heel hoog tegenwoordig; bijna drieduizend euro per seizoen aan zaalhuur en KNVB-kosten. En dan nog de boetes en benzine. Maar goed dat we met Hennie van de Biggelaar en Herberg de Zwaan uit Hedel goede sponsors hebben. Zonder spelers te betalen doen we toch maar mooi mee in de Topklasse. En als wij daarin bij de eerste vijf eindigen, zijn we tevreden.”