Van Nistelrooy: ‘FC heeft een speciale plek’
DEN BOSCH – De meest succesvolle speler aller tijden van FC Den Bosch is zonder twijfel Ruud van Nistelrooy. Het voormalig jeugdlid van Nooit Gedacht groeide uit tot een wereldster. In het kader van het 50-jarig jubileum van de club, dat vorige maand gevierd werd, spraken onze collega’s van FCDBFans.nl met de assistent-bondscoach uit Geffen.
Zijn staat van dienst blijft duizelingwekkend. Landskampioen én topscorer in Nederland, Engeland en Spanje. Een vierde plaats op de ranglijst van Europese topscorers aller tijden (achter Lionel Messi, Cristiano Ronaldo en Raúl). In 70 interlands 35 doelpunten. En dat is nog slechts een kleine greep uit hetgeen Van Nistelrooy bereikte tijdens zijn actieve loopbaan.
FC Den Bosch kan zich geen beter uithangbord wensen dan de Geffenaar. Dit seizoen zijn de banden met de spits en zijn Academy dan ook stevig aangehaald. Wij hadden de enorme eer om Ruud te mogen interviewen.
Hoe kijk je terug op je periode bij FC Den Bosch?
“Heel goed natuurlijk. Dat ik uit de jeugd van Margriet werd gescout, was het begin van mijn droom om profvoetballer te worden. De stap van de amateurs naar de jeugd van FC Den Bosch gaf mij de kans om op een hoger niveau te gaan trainen en spelen.
Toen ik in mijn tweede jaar in de A1 een jeugdcontract tekende, was dat voor mij een droom die uitkwam. Ik heb bij FC Den Bosch de basis kunnen leggen voor het verdere verloop van mijn carrière, dankzij mensen als Cor Adriaanse en Hein de Lange.”
Bij FC Den Bosch stond je nog te boek als een centrale middenvelder.
“Dat klopt, al speelde ik bij FC Den Bosch af en toe wel eens in de spits – dus dat kon ik toen ook al wel. Maar het was bij SC Heerenveen dat ik wekelijks in de spits ging spelen.
Voordat ik naar SC Heerenveen vertrok, kon ik naar AZ. Maar omdat FC Den Bosch en AZ op dat moment beiden in de Eerste Divisie speelden, bleef ik toen bij FC Den Bosch.”
Volgens de verhalen werd je hier nog wel eens Ruudje Naaldhak genoemd.
“Dat zou best kunnen ja, al zegt die naam me zo niks meer. Ik herinner me wel dat er van alles geroepen werd vanaf de tribune als het slecht ging, maar men net zo hard stond te juichen als het goed ging. Ook dat heeft me gevormd.”
Ben je de club altijd blijven volgen na je vertrek?
“Zeker, het blijft toch je cluppie. Zoals ik ook van mijn andere oude clubs altijd de uitslagen wil weten. Ik herinner me ook nog wedstrijden met PSV tegen FC Den Bosch in de Eredivisie, met onder andere Fred van der Hoorn. Dat waren bijzondere wedstrijden, ik kreeg altijd een warm onthaal en werd luidkeels toegezongen door de jongens van de M-Side.”
Na je vertrek ben je nog jarenlang sponsor geweest van de jeugdopleiding.
“Ik ben inderdaad drie jaar lang sponsor geweest van de jeugdopleiding en sinds dit seizoen heb ik twee business seats in het stadion. Met de Ruud van Nistelrooy Academy huren we ook een kantoor in De Vliert en het is top dat FC Den Bosch daar zo aan wil meewerken. Onder andere Maarten de Gruyter, Edward van Wonderen, Fred van der Hoorn en Theo Teelen zijn echt heel erg betrokken bij de club. Ze zijn druk bezig om iets moois neer te zetten.”
Toen je de aftrap verrichtte tegen AZ in 2005 in het kader van je sponsoring, en FC Den Bosch dat seizoen moeilijk scoorde, zong het publiek je toe met ‘Ruudje, trek je schoenen aan’.
“Ja, mooie humor was dat. Helaas had ik ze niet bij, anders had ik ze nog wel even aan willen trekken.”
Hoe zijn je gevoelens nu bij FC Den Bosch?
“Ik heb voor alle clubs waar ik gespeeld heb warme gevoelens, maar omdat FC Den Bosch de club is waar ik ben begonnen heeft het altijd een speciale plek bij me gehouden. Ik ben dankbaar voor de kans die ik heb gekregen om me te ontwikkelen als profvoetballer.”
Baalde je daarom extra van incidenten zoals bij de bekerwedstrijd tegen AZ?
“Natuurlijk is dat doodzonde. Het belemmert de club, op momenten dat er net weer iets moois staat te gebeuren. Als er dan zoiets gebeurt, baal ik daar net zo hard van als ieder ander. Het is wat dat betreft tijd dat FC Den Bosch weer in de Eredivisie gaat spelen om daar een mooi imago op te bouwen. In dat kader is het positief dat men druk bezig is om met acties gezinnen zich welkom te laten voelen in De Vliert.”
Wat vind je van de selectie dit seizoen?
“Er is natuurlijk veel gebeurd en er zijn diverse ontwikkelingen. Het is voor FC Den Bosch fantastisch dat René van Eck hoofdtrainer is met Jan van Grinsven als assistent, twee echte clubmannen. De verwachtingen zullen ongetwijfeld hooggespannen zijn, maar die moeten wel reëel zijn. Een kampioenschap is dat in mijn ogen niet, maar FC Den Bosch doet het gewoon goed als ze de nacompetitie halen.”
Ook speelt Anthony Lurling sinds vorig seizoen weer bij FC Den Bosch, je maatje uit de jeugdopleiding.
“En zo keerde Theo Lucius een paar jaar geleden ook terug. Anthony en Theo zijn een jaar jonger dan ik, maar met Theo zat ik bijvoorbeeld toentertijd altijd in het busje naar de club. Bovendien hebben we met z’n drieën samengespeeld in het eerste.
Heel mooi dat zulke jongens terugkeren bij de club, en natuurlijk helemaal in het geval van Anthony. Hij is echt een kind van de club, om de hoek geboren. Fantastisch dat hij bij FC Den Bosch nu zijn carrière kan afsluiten en daarna behouden blijft voor de club.”
Zelf ben je over enkele maanden ook weer in De Vliert te bewonderen.
“Inderdaad, 21 november nemen we het met een vriendenteam met onder andere Anthony en Theo op tegen het huidige eerste elftal. Hartstikke leuk natuurlijk om in het kader van het jubileum zo een bijdrage te kunnen leveren.”
Met Jong PSV komen we je dit seizoen ook weer tegen.
“Klopt, en omdat we nu dus twee business seats hebben zal ik dit seizoen ook wel eens komen kijken wanneer dat voor mij mogelijk is.”
Je bent druk bezig om je diploma te behalen als Coach Betaald Voetbal. Voor menig Bosschenaar is het een droom dat je ooit trainer bij FC Den Bosch wordt. Is dat een reële droom?
“Dat weet ik op dit moment echt nog niet. Ik moet mijn diploma nog behalen en ben in de nabije toekomst betrokken bij Jong PSV. Ook door mijn werkzaamheden bij het Nederlands elftal kan ik nu echt nog niet zeggen wat de toekomst wat dat betreft zal brengen.”