Elf vragen aan… Ethmond Henriquez

EMPEL – Aan het einde van het kalenderjaar tikt Ethmond Henriquez de 34 levensjaren aan. Toch kan hij het niet laten. De rasvoetballer, die al heel wat clubs versleet, is op sportpark Empel-Zuid op zijn plek en gaat met Emplina de 2e klasse in. Wij stelden onze elf vragen aan de grillige Bossche aanvaller en dat leverde soms verrassende antwoorden op.

Naam: Ethmond Jenaro Edward Henriquez.
Geboren: 20 november 1982 op Curaçao.
Club(s): OSC’45, waar het allemaal begon, RKC Waalwijk, v.v. Willemstad (Curaçao), OSC’45, TOP Oss BVO, OJC Rosmalen, Nuenen, KFC Lille (België), UNA, OJC Rosmalen, JVC Cuijk, Papendrecht, Brabantia, Roda Boys, BVV en nu voor het derde seizoen bij Emplina.
Positie: Spits. Vroeger links in een vrije rol of kort achter de spitsen.
Dagelijks leven: Op 5-jarige leeftijd ben ik, samen met mijn ouders, vanuit Curaçao naar Nederland verhuisd. Het grootste gedeelte daarvan heb ik altijd in Den Bosch gewoond, waar ik in 2012 samen met mijn huidige vriendin een huis op de Maaspoort heb gekocht. Uit een eerdere relatie heb ik een dochter van vijf, die gemiddeld drie keer per week bij ons is. Sinds 2012 ben ik werkzaam voor de Ministerie van Veiligheid en Justitie, waar ik asielaanvragen behandel. Naast het voetballen, ben ik een motorliefhebber. Ik kan enorm genieten en ontspannen van het gebrul van mijn Harley’s.

1. Sterkste/zwakste punt: Ik ben een sterk aanspeelpunt, balvast, wil altijd de bal hebben. En natuurlijk goed in de omschakeling en bij drukzetten, haha. Zwak is mijn koppen en het praten tegen de scheids.
2. Kunst- of natuurgras: Ik zie liever een strakke grasmat, maar aangezien de velden meestal dramatisch zijn, speel ik liever op kunstgras. Bij Emplina hebben we een kunstgrasveld, waar we regelmatig op trainen en oefenwedstrijden spelen.
3. Kleur voetbalschoenen: Ik kies gewoon wat ik op dat moment mooi vind. Nu heb ik toevallig zilveren schoenen, daarvoor zwart.
4. Mooiste tenue en sportpark: Het mooiste tenue is dat van Barcelona en het mooiste sportpark dat van OJC Rosmalen.
5. Mooiste voetbalmoment: De wedstrijden die ik gespeeld heb in het betaalde voetbal en dan specifiek het doelpunt dat ik maakte tegen FC Volendam.
6. Dieptepunt/grootste blunder: Het dieptepunt is toch wel mijn dubbele beenbreuk, die ik in 2009 opliep tijdens de zomerstop, toen ik bij JVC Cuijk speelde. Ik zat toen in de kracht van mijn leven en was toen op mijn best. Mijn beenbreuk heeft mij helaas vier seizoenen gekost voordat ik weer echt fit was. Ook omdat ik tussendoor een motorongeluk heb gehad, waar ik kruisbandletsel aan over hield.
7. Opvallendste teamgenoot: Bij OJC hadden we Jorick van der Miessen, die gewoon door tegenstanders en medespelers heen liep om te winnen. Het was altijd heel fascinerend om te zien hoe groot zijn wil om te winnen was. Het maakte voor hem niet uit of het een training was, oefenwedstrijd of competitiewedstrijd. Hij had maar één doel en dat was zijn man uitschakelen en winnen. En als je verzaakte, was je bij hem de sjaak. Zo’n speler als hem ben ik vervolgens niet meer tegengekomen. Bij JVC speelde ik samen met Rob van Raay. Die had dat ook, maar dan in iets mindere mate. Glenn Helder was ook een opvallend figuur. Na zijn jaren bij Arsenal kwam hij, na wat andere clubs te hebben gehad, terecht bij TOP Oss. Je zag gewoon aan hem dat hij fysiek en mentaal op was, maar op voetbalgebied was hij nog gewoon meesterlijk. Hij gaf je dan kleine en simpele tips om mensen bijvoorbeeld te passeren, waar ik nu nog steeds profijt van heb.
   De beste voetballers die mij zijn bijgebleven, waren toch de voetballers die de simpelheid van het voetballen tot kunst konden verheven en vooral anderen beter lieten voetballen. Zij konden zo simpel en makkelijk voetballen en altijd een constant niveau halen, waardoor andere jongens beter gingen voetballen. In dat rijtje plaats ik Farley Kromodikoro (OJC), Rob van Raay (JVC), Michel Leon Payo (Brabantia) en Mourad Maamar (JVC). De huidige generatie denkt dat ze vier man moeten passeren en continu met de bal moeten gaan lopen om een goede speler te zijn. En ze vinden het allemaal onterecht dat ze nooit hoger dan de 2e of 3e klasse hebben gespeeld.
8. Voetbalhumor: In mijn tijd bij TOP Oss had ik nog te maken met de oude garde, die nog ‘red hot’ bij elkaar in de boxer smeerde of de voorruiten van de auto van de club van teamgenoten insmeerde met olie.
9. Wat wil je nog bereiken: Ik heb er het maximale uitgehaald met de voetbalmentaliteit die ik heb. Toen ik mijn profcontract tekende bij Top Oss had ik wel het talent, maar niet de juiste voetbalmentaliteit om te slagen in het betaald voetbal. Ik hield destijds teveel van feesten en alles wat er bij kwam kijken. Dat had mijn trainer, Wim van Zwam, op een gegeven moment door. Hij zei hij een keer op de zondagochtendtraining van 09.00 uur: “Het is iedere zondag hetzelfde met jou.” Nou, dan weet je wel genoeg, haha. Na het aflopen van mijn contract heb ik vervolgens jarenlang in de hoogste amateurafdeling gevoetbald en ook even in België. Dat waren destijds mooie duels tegen sterke ploegen als Gemert, JVC, UDI en Schijndel. Ik wil me nu gaan inschrijven voor de TC3-trainerscursus. Dat had ik eigenlijk al lang geleden moeten doen. Ik wil me gaan focussen op het jeugdvoetbal.
10. Beste speler uit de regio: Wesley Meeuwsen. Ik moet eerlijk zeggen dat ik hem heb gevormd tot de speler die ie nu is. Dat mag best eens gezegd worden. In onze gezamenlijke periode bij OJC en JVC heb ik hem begeleid en diverse tips gegeven op voetbalgebied. Het is mooi dat hij alles vervolgens goed heeft opgepakt en zich uiteindelijk fantastisch heeft verder ontwikkeld. Al moet ik zeggen dat hij altijd onterecht veel rode kaarten krijgt en daardoor vaak is geschorst. Die jongen doet nóóit wat…
11. Opvallendste regioclub: Dat is toch Emplina, denk ik, als ik zo om me heen kijk. We zijn goed aan de weg aan het timmeren en ik verwacht komend seizoen een mooie klassering in de 2e klasse. We zijn al bezig met (het eerste deel van) de voorbereiding daarop. Morgen kunnen we kijken hoe we ervoor staan. Dan oefenen we tegen WSC, een degradant uit de 1e klasse.