Roels Meens ook na 3-0 nederlaag positief
ENGELEN – De topper in 3C tussen BMC en FC Engelen werd op overtuigende wijze gewonnen door de Berlicummers. Toch is er ook in Engelen volop positiviteit over de start in de 3e klasse. Routinier Roel Meens (32) is te spreken over de resultaten tot nog toe: “Welke club kan zeggen dat ze na promotie direct in het linkerrijtje meedraaien?”
De 3-0 nederlaag was flink, maar niet nodig geweest, volgens de in Den Bosch woonachtige Tilburger: “In de eerste helft was het nog gelijkwaardig. Allebei een grote kans, allebei af en toe wat slordig in de passing. Na rust was bij ons ineens de wil om te winnen weg. Er werden geen extra meters meer gemaakt en weinig duels gewonnen. BMC is geen slechte ploeg, maar op basis van kwaliteit hoeven we er niet van te verliezen. Maar inzet is ook een kwaliteit. Op basis daarvan hebben we dus terecht verloren.”
Toch vindt Meens het tot nu toe goed gaan in de 3e klasse. “Welke club kan zeggen dat ze na promotie direct in het linkerrijtje meedraaien? Ik merk dat de club en spelersgroep ambitieus zijn, en we na zo’n succesvol seizoen in de 4e klasse het liefst direct in de top-3 meedraaien. We hebben daar de voetballende kwaliteiten zeker voor, maar we leren nu dat er in de 3e klasse soms ook andere zaken belangrijk zijn. Denk aan ervaring, sluwheid, fysiek en werklust. Daar kunnen we nog in groeien.” Twee van de drie de nederlagen die FC Engelen tot op heden leed, hadden voorkomen kunnen worden. “Real Lunet was kwalitatief beter, maar in de wedstrijden tegen ODC en BMC waren we minstens gelijkwaardig. Die verloren we desondanks allebei terecht.”
Vergelijking
Hoe dan ook, er zit genoeg potentie in de nog erg jonge groep. “We hoeven ons geen zorgen te maken”, zegt Meens. “Op voorhand hadden we ons voorgenomen om tijdens de eerste 6 wedstrijden te kijken hoe ons niveau was in vergelijking met andere teams in de 3e klasse. Na 7 duels weten we waar we ongeveer staan. Ik denk dat we tevreden kunnen zijn met een keurige plaats in het linkerrijtje. Tegelijkertijd is nu duidelijk waar we onszelf kunnen verbeteren. Als we daarin slagen, dan moet een hogere klassering zeker mogelijk zijn. Hoe hoog, dat hangt ervan af of we iedere week de juiste strijdlust kunnen leveren. We gaan het zien.”