Aarts haalt de ballen toch wel op
DEN BOSCH – Wie dit seizoen aan BVV denkt, kan niet om Martie Aarts heen. De sierlijke aanvaller is (met 9 goals) niet alleen clubtopscorer, maar ook een van de spelmakers van het elftal. Het lijkt onwaarschijnlijk dat hij volgend seizoen nog op sportpark De Vliert voetbalt, maar de komende maanden is Aarts een belangrijke pion in de strijd om lijsbehoud.
Het kwakkelende BVV pakte in de laatste vier potjes plotseling negen punten. Er was winst tegen RKDVC en Vlijmense Boys en zelfs koploper Zwaluw VFC werd verslagen. Het lijkt alsof de ploeg van trainer Hennie van Ooijen het licht heeft gezien. “Nou ja, het zit nu allemaal wat meer mee”, vindt Aarts. “Eerst verspeelden we in de laatste minuten nog punten, nu hebben we de draad hopelijk te pakken.”
De deze week 22 jaar oud geworden aanvaller ziet dat het voetballend inmiddels ook een stuk beter gaat met het elftal: “Het is nog niet op zijn best, maar gaat de goede kant op. Nee, ik speel niet meer op 10. Daar heb ik een paar keer gestaan, maar dan moet ik alsnog de flanken belopen. Laat mij dus maar gewoon voorin spelen. Ik sta nu linksbuiten, mijn fijnste positie. Ik kom de ballen toch wel ophalen op het middenveld.”
Stukkie meer
Waarom Aarts zo makkelijk het net weet te vinden, durft hij niet te zeggen: “Dat moet je aan m’n teamgenoten vragen. Ik scoor de laatste tijd gewoon veel, al had het nog wel een stukkie meer mogen zijn. Ik moet doelgerichter worden, heb meer assists dan goals op mijn naam staan, denk ik. Samen met Erngelo (Martha, red.) zorg ik over het algemeen wel voor de doelpunten. Meestal ik geef ballen op hem en hij legt ze klaar voor mij.”
Het goede spel van Aarts is verschillende clubs opgevallen. “Een aantal heeft geïnformeerd en ik heb bij BVV ook al gezegd dat ik afwacht wat er op m’n pad komt. Want ik wil wel weer hogerop gaan voetballen, zoals in de jeugd bij FC Den Bosch en OJC.” Eerst telt voor Aarts nu BVV, waarmee hij zich wil handhaven in de 3e klasse. “Zondag spelen we tegen SCG’18, die gelijk staan met ons. Weer drie punten? Laten we hopen van wel, ze zijn nogal belangrijk.”