Elf vragen aan… Ricky Rugambarara

BERLICUM – Deze week is de beurt aan ‘de mooiste mens van Berlicum en omstreken’, zoals een anonieme tipgever Ricky Rugambarara omschrijft. De 23-jarige BMC’er – die ook even het groen-wit van Den Dungen verdedigde – vertelt over een tweede gele kaart als bankzitter, een dreadlock-lul en meer.

  • Naam: Ricky Rugambarara.
  • Geboren: 13 maart 2002 in ‘s-Hertogenbosch.
  • Club(s): Van jongs af aan bij BMC, met een klein uitstapje van twee jaar naar Den Dungen. Nu alweer bezig aan m’n derde seizoen terug op het oude nest.
  • Positie: Dat is voor niemand duidelijk, haha. Ik kwam terug van Den Dungen als linksback, heb daar een heel jaar gestaan bij BMC en sinds vorig seizoen ben ik eigenlijk op alle drie de plekken voorin te vinden. Als ik er eentje moet kiezen, dan is het spits.
  • Dagelijks leven: Ik woon al heel m’n leven in Berlicum en ben voorlopig nog lang niet van plan om hier weg te gaan. Als bijbaan werk ik bij Jumbo als bezorger en daarnaast zit ik nog op het HBO, toegepaste psychologie. Ik heb een relatie en mijn hobby’s – naast voetballen natuurlijk – zijn chillen met vrienden, hier en daar wat feestjes meepakken en sinds een tijdje ben ik bezig om m’n piano-skills te verbeteren.
  1. Sterkste/zwakste punt: Mijn sterkste punt is denk ik mijn rust aan de bal. Maar dat is misschien ook meteen mijn zwakte, aangezien het nogal nonchalant oogt volgens velen binnen de selectie en de club.
  2. Kunst- of natuurgras: Ik kies voor een goed kunstgrasveld, omdat je daar het hele jaar door op kunt voetballen zonder dat het wordt afgekeurd door het weer. Plus: op ons niveau worden de grasvelden natuurlijk niet zo nauwlettend bijgehouden, waardoor ze vaak een stuk moeilijker bespeelbaar zijn dan een vlak kunstgrasveld.
  3. Kleur voetbalschoenen: Ik heb daar niet echt een voorkeur in, zolang ze maar lekker kleurrijk zijn.
  4. Mooiste tenue en sportpark: Het ligt misschien gevoelig bij mijn club, maar het mooist vind ik het thuistenue van Den Dungen. Vind het altijd wel iets hebben als clubs met korte mouwen spelen. En het mooiste sportpark is volgens mij al vaker genoemd, maar dat blijft Margriet. Van de kleedkamers onder de tribune tot de kantine aan het veld: ik vind dat echt wat hebben.
  5. Mooiste voetbalmoment: Uiteraard het kampioenschap van afgelopen jaar, precies tijdens het 80-jarig bestaan van de club. Beter getimed had niet gekund.
  6. Dieptepunt/grootste blunder: Dat was een avondwedstrijd met Den Dungen tegen BMC, mijn eerste duel tegen mijn oude club. Ik zat de hele wedstrijd op de bank, maar na de 1-2 rende ik – in mijn emotie – vanuit de dug-out naar de overkant van het veld om mee te juichen. Ik kreeg geel en je zou zeggen dat ik er van had geleerd. Maar twee jaar later deed ik bij DVG hetzelfde: na al geel te hebben gepakt, stormde ik – na te zijn gewisseld – bij de late gelijkmaker het veld op: tweede geel en dus rood.
  7. Opvallendste teamgenoot: De eerste die in me opkomt is ‘The Pianoman’ Rens Broeren. Stille wateren hebben diepe gronden, zeggen ze wel eens. Bij hem kon het van rustig aan de staantafel met een pilsje in de hand zomaar omslaan naar zijn welbekende nummer Piano Man, waarmee hij de hele kantine om zijn vinger wikkelde met zijn gouden stem.
  8. Voetbalhumor: Vroeger had ik lange dreadlocks. Door de jaren heen werden dat er steeds minder, ik lette niet zo nauw op m’n kapsel. Na een training gingen we eens douchen en zonder dat ik het doorhad, viel er ineens een dreadlock uit mijn haar. Eén ding is zeker: die dag ontdekte ik dat mijn teamgenoten behoorlijk creatief konden zijn. Van een snor tot een extra lul… alles wat je kon verzinnen, werd ermee gemaakt.
  9. Wat wil je nog bereiken: Ik wil mijn opleiding tot psycholoog zo snel mogelijk afronden. Binnen het voetbal wil ik natuurlijk zo hoog mogelijk spelen. En ik hoop nog wel een keer kampioen te worden of te promoveren.
  10. Beste speler uit de regio: Lastige keuze, want ik heb met heel wat goede jongens gespeeld. Lex van de Biggelaar, Joost Mathijsen, Björn de Kort, Stijn Lamers… Als ik er één moet uitkiezen – en ik hoor mijn teamgenoten en vrienden het al zeggen – maar nee, niet omdat het een van mijn beste vrienden is, maar echt omdat hij zo goed is: Silas Postma. De manier waarop hij zijn techniek met effectiviteit combineert, maakt hem een topspeler.
  11. Opvallendste regioclub: Volgens mij is het officieel geen 073-club, maar hoe Avesteyn er in twee jaar tijd in geslaagd is om met bijna dezelfde spelers twee keer kampioen te worden, is wel echt heel knap.
Foto: Mary Klerkx