‘Liever een prijs dan enkel erin blijven’
GEFFEN – Voor Kevin van Emmerik was het dit seizoen wennen: voor het eerst stapte hij weg bij zijn vertrouwde Den Dungen. Z’n nieuwe avontuur, het hoofdtrainerschap bij Nooit Gedacht, bevalt hem uitstekend. “Wij mikken hoger dan klassebehoud.”
Alles is nieuw voor de 37-jarige Dungenaar. “Maar het voelt heel goed”, vertelt de jonge trainer. “Andere club, ander sportpark, jongens die ik nog niet ken, nieuwe supporters en clubmensen. Ik weet niet of het allemaal zo anders is dan bij Den Dungen, waar ik alles en iedereen kende, maar voor mij is het in elk geval weer fris en nieuw. Alles weer ontdekken, dat maakt het ook leuk.”
Proeven
De selectie van Nooit Gedacht is dit seizoen wat smaller, legt Van Emmerik uit: “Bij het eerste is alleen John Pennings er niet meer bij. Gelukkig hebben we daar nog genoeg opties. Maar bij het tweede zijn meer jongens gestopt. Dat is verjongd en we werken nauwer samen met de JO19. Daar zitten tien goede tweedejaars bij, die alvast mogen proeven van de selectie.”
Over de kracht van zijn nieuwe ploeg is hij duidelijk: “Het dorpsclubgevoel is hier heel sterk. De groep trekt graag met elkaar op en gaat voor elkaar door het vuur. We hebben vooral aanvallend veel kwaliteit: snelheid, één-op-één-actie en scorend vermogen. Als we die kwaliteiten benutten en dat combineren met de juiste verdedigende intensiteit, dan komt het goed in de 3e klasse.”
Hoger mikken
Nooit Gedacht promoveerde via de nacompetitie en heeft volgens Van Emmerik ambities. “Veel nieuwkomers roepen dat het om klassebehoud gaat. Maar ik denk dat wij hoger mogen mikken. We hebben genoeg kwaliteit en spelen met minder druk. Ik speel liever om een prijs, dan dat we alleen maar bezig zijn met erin blijven.”
De trainer verwacht in de 3e klasse F veel van Prinses Irene en Festilent. “Die zie ik als titelkandidaten. Maar verder kan denk ik iedereen van elkaar winnen in deze pittige competitie. Het wordt sowieso een mooi jaar, met veel sterke ploegen en volop wedstrijden waarin we tot het gaatje moeten gaan.”
