Elf vragen aan… Quint den Ouden

ESCH – Quint den Ouden is een echte Esschenaar en clubman pur sang. Al sinds zijn zestiende speelt hij in het eerste elftal van de plaatselijke Boys. Stoppen deed hij nog net niet, mede dankzij trainer Marco de Haas – en intussen werd hij ook nog vader van een zoontje. Hoog tijd dus om hem eens de ‘Elf vragen aan…’ voor te leggen.

  • Naam: Quint den Ouden.
  • Geboren: 27 november 1991 in Esch.
  • Club(s): Essche Boys. Op mijn zestiende mijn debuut gemaakt en – op twee jaar voetballen met vrienden na – altijd in het eerste elftal gespeeld. Afgelopen seizoen getwijfeld om te stoppen, omdat mijn broertje Cas stopte en we een zoontje verwachtten, die inmiddels op 2 september geboren is. Maar trainer Marco de Haas gaf aan dat ik daarvoor te fanatiek zou zijn en vroeg om nog een jaartje door te gaan. En zo geschiedde.
  • Positie: Eigenlijk altijd centraal op het middenveld gespeeld. De laatste jaren af en toe centraal achterin, wanneer het nodig was, en ik was zelfs nog ooit een tijdje rechtsback. Maar dan het liefst wel zonder directe tegenstander.
  • Dagelijks leven: Ik woon al mijn hele leven in Esch, samen met mijn vriendin en ons pasgeboren zoontje. Ik werk als fysiotherapeut in het Máxima Medisch Centrum in Veldhoven en in mijn vrije tijd speel ik graag een potje padel of tennis.
  1. Sterkste/zwakste punt: Ik moet het hebben van mijn inzicht en coachend vermogen binnen het veld. Mijn zwakte is mijn snelheid en gebrek aan loopvermogen.

  2. Kunstgras/natuurgras: In mijn ogen honderd procent natuurgras. Ik lees hier vaak klets als ‘natuurgras wanneer het vlak is, maar dat is helaas niet, dus dan maar kunstgras’. Onzin! Mijn gewrichten worden ook niet blij meer van kunstgras.

  3. Kleur voetbalschoenen: Gewoon weer terug naar zwart. Op mijn 34e vind ik mezelf te oud voor al die hippe kleuren.

  4. Mooiste tenue en mooiste sportpark: Ik blijf ons eigen blauw-wit het mooist vinden. De verbouwing van Zwaluw VFC vind ik behoorlijk goed gelukt, dus dat noem ik als mooiste sportpark.

  5. Mooiste moment: De beslissingswedstrijd tegen Olympus, 7 mei 2009 op neutraal terrein in Oisterwijk. Het stond na 90 minuten 0-0 en na 120 minuten nog altijd 0-0. Omdat wij een beter doelsaldo hadden in de competitie, werden we kampioen.

  6. Dieptepunt/grootste blunder: Drie keer binnen een minuut door mijn benen gespeeld worden tegen Maliskamp. Daarna zag ik een van onze vaste supporters, William van Beek, bijna huilend van het lachen op de grond liggen.

  7. Opvallendste teamgenoot: Rob van Rooij. Jarenlang ging hij zes keer per jaar op vakantie en altijd kwam ie geblesseerd terug, waardoor hij de helft van de tijd op de bank zat. Sinds vorig jaar is ie niet meer geblesseerd geweest en het blijkt plots een opkomende back te zijn, waar we heel ons elftal omheen bouwen.

  8. Grappigste moment: Hier moet ik mijn broertje Cas den Ouden noemen, want daar kun je een boek over schrijven. Wat me nu te binnen schiet: na de degradatie van Boxtel naar de 5e klasse deed hij zich voor als journalist van de krant en hield een interview met de voorzitter van RKSV Boxtel. Met zijn telefoon op luidspreker, live vanuit de Essche Boys-kantine. Na drie keer vragen wat Boxtel gedaan had en de voorzitter drie keer laten zeggen dat ze helaas gedegradeerd waren, hielden we het niet meer en barstten we in lachen uit. Nog mooier: de beste man kon er totaal niet om lachen.

  9. Wat wil je nog bereiken: Ik wil er een heel mooi laatste seizoen bij Essche Boys 1 van maken, waarbij ik vind dat we voor promotie moeten gaan. Daarna blijf ik zeker voetballen, maar in een lager elftal.

  10. Beste speler: Gijs van Baast van Nemelaer. Ik ken geen luiere voetballer die met zo weinig lopen gewoon bepalend kan zijn in de 1e klasse.

  11. Opvallendste regioclub: Wilhelmina. We hebben er jaren tegen gespeeld en in mijn ogen waren ze altijd veruit de beste ploeg uit de competitie. Vorig seizoen zijn ze eindelijk kampioen geworden en ik verwacht dat ze in de 3e klasse prima mee gaan draaien.

Foto: Nerissa Seebregts