Elf vragen aan… Jeroen Beekwilder

DEN BOSCH – Hij hield het eerste elftal van OSC’45 en daarna het zaterdagteam van DBN’22 jarenlang haast hoogstpersoonlijk op de been. Nu heeft Jeroen Beekwilder eindelijk rust én was er tijd om onze bekende vragen te beantwoorden.

  • Naam: Jeroen Beekwilder.
  • Geboren: 13 oktober 1966 in Den Bosch.
  • Club(s): Sinds 2022 DBN’22, daarvoor hoofdtrainer bij OSC’45 en lang geleden zelf gevoetbald bij OSC, BVV, BLC en OSS’20.
  • Positie: Tot en met afgelopen seizoen trainer van DBN’22 zaterdag 1.
  • Dagelijks leven: Ik woon in Den Bosch, mijn hele leven al, en werk in de P.I. Vught als maatschappelijk werker/casemanager op een afdeling waar cliënten verblijven met ernstige psychiatrische problematiek. Ik woon samen, heb twee zoons en mijn hobby’s zijn fietsen, wandelen en vissen.
  1. Sterkste/zwakste punt: Moeilijk te zeggen over jezelf. Als trainer denk ik mijn geduld, het omgaan met mensen, het kunnen organiseren en snel kunnen schakelen. Zwak is mijn omgang met scheidsrechters. Dat was een probleem als speler en ook als trainer. Alleen met de goeie scheidsrechters had ik geen problemen, haha.
  2. Kunst- of natuurgras: Kunstgras is ideaal, omdat er vrijwel altijd op getraind en gespeeld kan worden, maar ik speel(de) zelf het liefst op natuurgras. Op kunstgras wordt voetbal toch een ander spelletje.
  3. Kleur voetbalschoenen: Zwart. Copa Mundial was, in mijn tijd, vaste prik. Maar toen was er ook niet zoveel keus qua kleuren als nu. Ik vind die kleurtjes ook geen gezicht, eerlijk gezegd.
  4. Mooiste tenue en sportpark: Het tenue van DBN’22 vind ik echt mooi. De logo’s van OSC’45 en TGG zitten er mooi in verwerkt en de kleurencombinatie is ook goed gekozen. Het mooiste sportpark is dat van OJC, al vind ik het wel vrij sfeerloos. De accommodatie van DBN is ook écht mooi geworden en straalt ook gezelligheid uit.
  5. Mooiste voetbalmoment: Als trainer het kampioenschap met OSC’45 en de promotie naar de 4e klasse samen met mijn toenmalige assistent/keeperstrainer Henri Wolfs. Als speler mijn debuut in OSC 1, lang geleden, in 1983. Als A-junior werd ik gevraagd door toenmalig trainer Jan Fleuren om aan te sluiten bij het eerste en ik startte gelijk in de basis. We speelden in Schijndel tegen Avanti, dat kampioen kon worden in de 2e klasse, en er stonden zo’n 2.000 mensen langs de kant – kunnen er ook 3.000 geweest zijn. Die titel moesten ze een week uitstellen, ik speelde een heerlijke wedstrijd en ik heb de rest van het seizoen afgemaakt als basisspeler.
  6. Dieptepunt/grootste blunder: Als jeugdspeler ben ik wel eens mijn voetbalschoenen vergeten. Toen moest ik van de trainer op mijn gympen mee doen. Gleed natuurlijk alle kanten op.
  7. Opvallendste teamgenoot: Zijn er nogal wat voorbij gekomen in al die jaren. Onmogelijk om er eentje te noemen. Ik kan wel een leuke anekdote vertellen; we hebben bij OSC heel lang een bepaalde verzorger gehad. Die liep op een gegeven moment het veld in om iemand te verzorgen en toen hij terug naar de bank kwam, rende de scheids achter hem aan. Hij vroeg tot onze verbazing om een handdoek. Bleek dat onze verzorger zijn gebit was verloren onderweg naar het blessuregeval, maar daar had hij zelf niks van gemerkt. Hebben we nog lang blauw om gelegen van het lachen.
  8. Voetbalhumor: De weekendjes weg met OSC zijn onvergetelijk. In Groningen, waar je 24/7 kunt stappen, was een groep spelers tot in de ochtend doorgezakt en daarna naar de markt gegaan. Bij de visboer kochten ze een hoop vis en dat legden ze bij terugkomst overal neer. Stonk het hele hotel naar rauwe vis. Toen ik uit mijn bed wilde stappen, trapte ik met mijn blote voeten op een rauwe makreel… kan ook schol geweest zijn). We werden bijna uit het hotel gezet. Laatste waarschuwing, zoals bij bijna elk weekendje weg.
  9. Wat wil je nog bereiken: Voorlopig als trainer even niks. Ons zaterdagteam is gestopt en ik ook als hoofdtrainer. Ik ga bij DBN’22 ondersteunen bij de jeugd, middenbouw, en uiteraard genieten van de vrije tijd.
  10. Beste speler uit de regio: Uit de tijd dat ik zelf nog speelde, vond ik Tonnie Kanters en Frans Brok echt hele goede spelers. Voor nu vind het moeilijk te zeggen. De statistieken van Wesley Meeuwsen, met héél veel goals, zijn wel erg goed.
  11. Opvallendste regioclub: CHC heeft het natuurlijk heel goed gedaan met de promotie naar de 1e klasse. Maar ook onze nieuwe fusieclub DBN’22 timmert hard aan de weg en is bezig een prima jeugdopleiding neer te zetten.