Rico de Laat vanaf zijn roze wolk

HELVOIRT – Eigenlijk heeft Rico de Laat deze week wel iets beters te doen. Tussen de kraambezoeken, poepluiers, beschuiten met muisjes en slapeloze nachten door maakt hij echter graag even tijd om het met de reporter van 073voetbal kort over het regiovoetbal te hebben. “Zeg nooit nooit.”

De eerste competitiewedstrijd van het seizoen, thuis tegen RKDVC, ging afgelopen zondag aan De Laat voorbij. “In de voorgaande nacht werd ik voor de eerste keer papa, dus dat was het missen meer dan waard”, vertelt hij vanaf zijn roze wolk. “Gelukkig hebben de boys van Helvoirt voor een mooie 3-1 overwinning gezorgd.”

Ook zonder de altijd en overal scorende aanvoerder sleepte de voormalige tweedeklasser de eerste driepunter in de 3e klasse binnen. Ze zijn er meteen koploper mee in de Willy Naessens Derby Cup, waaraan Helvoirt dit seizoen (na het wegvallen van Vlijmense Boys) is toegevoegd. “Lachen dat wij ineens mee mogen doen”, vindt De Laat. “Mooie opzet, brengt toch weer wat extra’s binnen de competitie. En het levert natuurlijk geld op, dat is ook mooi meegenomen.”

Extra van genieten
Veel meer dan dat ze ook in blauw-wit spelen, heeft Helvoirt niet gemeen met de Heusdense ploegen. “Maar Haarsteeg, Nieuwkuijk en RKDVC zijn ook leuke, gezellige dorpsclubs, dus dat is wel mooi. Het kan goed gezellig worden in de derde helft.” De Laat gaat er extra van genieten, want de kans is groot dat hij zijn laatste seizoen is ingegaan: “Daarna lijkt het, na 400 wedstrijden, mooi geweest voor mij. Maar zeg nooit nooit natuurlijk”, houdt hij een slag om de arm.

Van anderen komen
Moeder Hilde en kersverse dochter Juna de Laat – volgens haar vader toekomstig aanvalster van v.v. Helvoirt VR1 – maken het overigens prima. Binnen de Helvoirt-selectie wordt opvallend weinig aanwas voor het eerste mannenteam geproduceerd. Ook De Laats teamgenoten Thomas Lommers, Tim Verhoeven en Menno van Hattum verwelkomden in de afgelopen maanden een dochter. “De nieuwe spelers voor het eerste moeten van anderen komen, maar die tijd is nog ver weg”, besluit hij lachend.

Foto: Jan Verhoeven